Annelies Harpenslager is columnist voor de wijkkrant De Penseelstreek
In fashion (nov 2020)
Een fashionista zou ik mezelf niet zo snel noemen, maar toch heb ik dé tip voor modeseizoen A/W20 voor je. Wellicht een beetje laat- we zijn immers al halverwege A-maar zeker nog geen mosterd na de maaltijd. Komt-ie: de oude wollen trui. Met kabels of een ribbelsteek, bordeauxrood of pimpelpaars, het maakt allemaal niet uit. Als-ie maar lekker warm is. We werken deze dagen massaal thuis, maar krijgen geen budget van onze werkgevers om onze werkplek herfst- en winterproof te maken. Ook voor wie niet meer werkt is de eigen huiskamer in deze tijden vertrouwd, wellicht vertrouwder dan gewenst. En wat doe je als je de hele dag in een koud huis zit? Dan ga je stoken. Resultaat: hogere energierekening en hogere CO2-uitstoot. Slecht nieuws voor je portemonnee én slecht voor het klimaat dus. Wil je niet dat je energierekening de pan uit rijst, maar ook niet dat je kleinkinderen over een paar decennia ‘s winters überhaupt geen verwarming meer aan hoeven te zetten, dan zul je het op een andere manier warm moeten maken. Trek een oude wollen trui aan! Koop geen nieuwe, maar geef dat naar achter geschoven oude exemplaar op de onderste plank van je kast een nieuwe kans. Wel zo makkelijk en de klimaatimpact is klein, want er hoeft niets nieuws geproduceerd te worden op milieubelastende wijze. Zoek je echter nog een hobby om al die thuiszittijd te vullen, dan zou je ook zelf de breinaalden kunnen oppakken. Met lokale wol. Zelf brei ik nu een eind aan deze column. Ik heb het koud van het lange stilzitten achter mijn laptop in een frisse werkkamer. Raad eens wat ik uit mijn kast ga vissen..? Misschien een fashion faux pas, maar wel weer een kleine stap in de goede richting op weg naar een wereld die ook op de lange termijn mooi blijft. Fijne A/W20!
Nabijheid is besmettelijk (april 2020)
Het is donderdag, twee uur ‘s middags. De zon schijnt en ik besluit een stukje te gaan lopen. Ik stap de deur uit en zie de buren van een paar huizen verder met hun hond aan komen lopen. Uit voorzorg steek ik alvast de straat over, zodat we elkaar niet te dichtbij passeren. We glimlachen en wisselen een korte warme groet uit. We voelen ons verzekerd van elkaars steun. Iedereen in de straat kan mailen naar een gezamenlijk e-mailadres, mocht er iets nodig zijn. Dan helpen we elkaar. Een fijne zekerheid in onzekere tijden. Ik loop aan de zonnige kant van de straat en knoop mijn jas los. Iets verderop springen een jongen en een meisje samen op de trampoline in hun voortuin. Ze slaken kreten van plezier bij iedere sprong. Ik schat snel de afstand in en concludeer dat ik niet nogmaals hoef over te steken. Hun buren, een stel van in de 40, laven zich met dichtgeknepen ogen op hun tuinbankje aan de lentezon. Hij heeft zijn arm om haar heen geslagen. Weer een paar minuten later zie ik in een hoekhuis een oudere dame door haar woonkamer schuifelen. Ik knik beleefd en zij wuift terug met een glimlach. Nog wat verderop zit een vrouw in de zon te bellen. Met een collega of een vriendin? Het klinkt als een fijn gesprek, een welkome afleiding. De vriendelijke postbode komt langsgefietst en zwaait als vanouds. Het raakt me meer dan normaal en ik zwaai vrolijk terug. Ik loop langs de bakker en zie een man geduldig buiten wachten totdat de vorige klant de winkel verlaat. Her en der hebben mensen van hun raam een spreekbuis van bemoediging gemaakt. Ik zie een opgehangen T-shirt met een rood kartonnen hart. Een bordje met ‘Hello, neighbour’. Knuffelberen in vensterbanken, zodat kleuters met hun ouders op berenjacht door de wijk kunnen. Rustig sla ik een straat in die me weer richting huis brengt, naar mijn thuiswerkende man en onze dochter, die op de kinderopvang gemist wordt. We sturen berichtjes met kleine updates en foto’s naar de leidsters, die er zijn voor voor wie dat noodzakelijk is. Voor wie in een compleet andere wereld leeft, in het ziekenhuis, in de frontlinie. Want ondanks de vrijheid van een rondje kunnen maken buiten in de zon zijn we wel degelijk verwikkeld in een oorlog. Ik loop de oprit op en zie de buurman zijn huis uit komen. We maken even een praatje. Hij gaat weer naar binnen en ik check de brievenbus. Doe de voordeur open. ‘Mama!!!’ hoor ik vanuit de woonkamer. Eerst handen wassen. Dan die lieve kleine boef een dikke knuffel geven. Mijn man een kus. Ik ben weer thuis. Straks even mijn moeder bellen, mijn zwangere zus appen en die oud-collega een digitaal hart onder de riem steken. Deze donderdag in tijden van corona houd ik afstand en probeer ik tegelijkertijd dichtbij te zijn. Bij vrienden, familie, buurtgenoten. In gedachten, maar liever nog met woorden en daden, hoe klein ook. En ik zie zoveel mensen hetzelfde doen. Dat maakt me blij. Want we moeten afstand houden, maar we hebben elkaar ook nodig om hier doorheen te komen. Samen kunnen we zorgen voor een golf van verbondenheid in plaats van een golf van corona. Want nabijheid is besmettelijk.
De meeste mensen deugen, dus ga ervoor! (feb 2020)
Jij hebt ze vast ook. Goede voornemens. Stoppen met een slechte gewoonte. Starten met een goede. Een jaar geen nieuwe kleding kopen. Minder vlees eten. Minder social media, want dat is tijd verdoen. Méér social media, want zo onderhoud je contact met vrienden en blijf je op de hoogte. Dat is het mooie aan goede voornemens: wat goed is, is voor iedereen anders. Onze goede voornemens zijn een spiegel van wat ons bezighoudt en ieder spiegelbeeld is uniek.
Toch- diversiteit is mooi, maar af en toe zou het ook best fijn zijn als we onszelf allemaal hetzélfde goede zouden voornemen. Samen onze klimaatafdruk kleiner maken bijvoorbeeld. Er zijn veel mensen die graag iets zouden veranderen aan hun manier van leven om de wereld mooier te maken, maar het nut daar niet van inzien omdat ze verwachten dat anderen het niet óók zullen doen. En zeker voor zoiets groots als klimaatverandering is massale beweging nodig, niet alleen dat bescheiden stapje van jou. Dus doe je moeite ‘voor niets’. Ontzeg je jezelf misschien wel het plezier en gemak waar andere mensen gewoon van blijven genieten.
Mensen zijn kuddedieren, daar zijn we van overtuigd. Maar als iedereen gelooft dat niemand iets zal doen, doet niemand iets. En juist die overtuiging en de daaruit voortvloeiende self-fulfilling prophecy is het probleem. Het boek ‘De meeste mensen deugen’ van Rutger Bregman legt de vinger precies op de zere plek. Want mensen zijn juist wél geneigd om samen ergens de schouders onder te zetten en hun eigen belang ondergeschikt te maken aan dat van het collectief. Het is ons gebrek aan vertrouwen in de medemens dat ons apathisch maakt.
Dus misschien is mijn belangrijkste goede voornemen wel: uitgaan van het goede van de mens. Dan neemt ‘Verbeter de wereld, begin bij jezelf’ weer de plaats in van ‘Wat heeft het voor zin’. En dan wordt het ook makkelijker om andere goede voornemens vol te houden. Heb jij ook goede voornemens waarmee je niet alleen jezelf, maar ook de wereld wilt verbeteren? Ga ervoor!
Gebulder en ravage (sepr 2019)
Opeens hoor ik het, terwijl ik in de keuken de broccoli snijd voor het avondeten. Geweldig gebulder vlak boven het huis. Ik schrik, snijd mis, de snijplank valt van het aanrechtblad. Nog meer lawaai en de vloer is bezaaid met groene stronkjes. Snel kijk ik door het keukenraam. Ik zie een groot donkerbruin blikken gevaarte in de lucht. Het vliegtuig scheert rakelings over de bomen, verdwijnt dan achter het dak van de overburen. Zo laag?! Dat is goed mis. Ik anticipeer vol weerzin op de harde knal die gaat volgen, mijn ogen al dichtgeknepen. Maar het bulderen neemt geleidelijk af. Dan besef ik het. Airborne-oefeningen. Zo lang wonen wij hier nog niet, en eerder was ik nooit thuis tijdens de proefvluchten voorafgaand aan de jaarlijkse herdenking van Operatie Market Garden. Nu ik dit vliegtuig van zo dichtbij zie overvliegen denk ik aan de bewoners van ons huis en hun buurtgenoten in oorlogstijd. Hoe zou het leven voor hen geweest zijn al die jaren geleden, toen de vliegtuigen die zo laag overvlogen duizenden Geallieerde soldaten dropten die kwamen vechten voor hun vrijheid? Of juist om de door hen gesteunde machthebbers te verslaan? Voor welke buurtbewoners kwamen zij te laat en welke buurtbewoners verwensten hen? Ik kijk naar de broccolistronkjes op de grond. En dit noem ik een ravage! De bewoners die tijdens de Slag om Arnhem verplicht hun huis moesten verlaten en na de evacuatie hun huizen weer terugkwamen, zij troffen pas ravage aan. Áls ze al onder degenen waren die hun huis na de oorlog terug mochten zien. Ik ruim mijn bescheiden ravage op de keukenvloer op. Ik was de broccolistronkjes goed en terwijl ze uitlekken in het vergiet denk ik: vanavond een maaltijd om extra dankbaar voor te zijn. En ik besluit: in september ga ik naar Airborne.
Winters genieten..? (jan. 2019)
‘Houtkachel vervuilt meer dan zes trucks’. Zo luidde de titel van een krantenartikel dat ik onlangs tegenkwam op buurtapp Nextdoor. Nu kan ik echt genieten van een knus haardvuurtje op een gure winteravond. Sinds wij vorig jaar ons huis met houtkachel betrokken hebben we hem regelmatig aangehad. Daarom krabde ik mezelf even goed achter de oren toen ik dit artikel las. De sensatiebeluste kop zou je nog kunnen relativeren (want: hoeveel rijden die trucks dan, hoe lang staat de houtkachel aan en hoe efficiënt brandt hij?), maar feit blijft dat veel houtkachels en open haarden niet goed zijn voor gezondheid en milieu. Een paar uurtjes stoken kan de lokale luchtkwaliteit sterk verslechteren. Dat is voor niemand gezond en zorgt bij mensen met gevoelige luchtwegen voor ademhalingsproblemen. Bovendien komt bij het stoken veel CO2 vrij. In een tijd waarin we met zijn allen aan de bak moeten om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden is een houtkachel misschien wel obsoleet geworden. Eigenlijk moeten we afscheid nemen van onze haardvuurtjes. Kun je dat nog niet helemaal (zoals ik…) dan zijn er zijn dingen die je kunt doen om jouw gezondheid, die van je buurtgenoten en het milieu te sparen. Neem bijvoorbeeld een pelletkachel, of een echt efficiënte houtkachel. Die hebben een schonere verbranding en stoten dus veel minder fijnstof uit. Stook met droog en onbewerkt hout. Doe een stookcursus. Daar leer je om zo efficiënt en rookvrij mogelijk te stoken. Laat ieder jaar je schoorsteen schoonmaken. En misschien moet daarnaast toch ook voor haardvuur gaan gelden: geniet met mate…